Nieuws
Extra maatregelen voor klimaatdoelen treffen afvalsector

Extra maatregelen voor klimaatdoelen treffen afvalsector
De afvalsector ontkomt niet aan extra maatregelen om de klimaatdoelstellingen voor 2030 te halen, waaronder een hogere koolstofbelasting en het terugdringen van afvalverbranding.
Volgens het klimaatakkoord van Parijs moet Nederland de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met 55 procent hebben verminderd ten opzichte van 1990. Het kabinet heeft een reductie van 60 procent afgesproken om eventuele tegenvallers op te vangen. Om de 60 procent reductie te halen, is zo'n 22 Mton emissiereductie in 2030 nodig bovenop de verwachte reductie door het afgesproken beleid. Hiervoor is aanvullend beleid nodig. Dit blijkt uit het eindrapport van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek Klimaat (IBO), dat minister Rob Jetten voor Klimaat en Energie heeft aangeboden aan de Tweede Kamer.
Deze extra maatregelen zijn onder andere van invloed op de industrie en de afvalsector. Zo moet de industrie 5,5 Mton CO2 extra reduceren. Een manier om dit te doen is om de CO2-belasting voor de grote industrie, waaronder afvalverbrandingsinstallaties vallen, te verhogen naar 250 euro per ton in 2030. Deze aanscherping moet ertoe leiden dat bedrijven een extra prijsprikkel krijgen om hun CO2-uitstoot te verminderen. Daarnaast moeten de dispensatierechten in 2030 met 3,7 Mton zijn verminderd en vervolgens in 2038 op nul zijn gezet.
Het IBO Klimaat beveelt ook aan om afvalverbranding te verminderen en een deel van de CO2-uitstoot af te vangen. Daarbij beveelt het aan om te onderzoeken of en hoe de systematiek van de CO2-belasting voor AEEA kan worden aangepast, zodat een vermindering van afvalverbranding ook wordt beloond met de belasting.
Gerecycled plastic
Er moet ook een verplicht aandeel gerecyclede en hernieuwbare kunststoffen komen, op nationaal en Europees niveau. Een nationale zogenaamde bijmengverplichting zal de transitie van niet-energetisch gebruik van fossiele brandstoffen nationaal in gang zetten, wat naast emissiereducties ook tot first mover advantages kan leiden. Een bijmengverplichting op EU-niveau leidt tot de grootste impact en een gelijk speelveld. Maar in hoeverre dit in de EU kan worden bereikt is nog onzeker.
Het rapport gaat ook in op de risico's van lekkage. Als CO2-uitstoot nationaal duurder wordt, kan dit leiden tot hogere productprijzen voor bedrijven en consumenten. Daarnaast kan het voor bedrijven minder aantrekkelijk worden om in Nederland te blijven produceren. De werkelijkheid zal echter naar verwachting in het midden liggen: deels zullen Nederlandse consumenten meer betalen en deels zullen bedrijven en emissies naar het buitenland verhuizen. Daarbij kan het creëren van een sterke vraag naar groene industrie nieuwe groene bedrijven aantrekken en bestaande bedrijven een voorsprong geven in de latere concurrentie in een klimaatneutrale wereld.
Andere sectoren
De meeste extra CO2-reductie moet volgens het rapport worden gerealiseerd in de mobiliteit (5,6 Mton), onder andere door meer gebruik te maken van biobrandstoffen in het weg- en vliegverkeer. In de landbouw moet tot 2030 5,5 Mton extra CO2-uitstoot worden gereduceerd, onder andere door het gebruik van aardgas in de glastuinbouw te vervangen door hernieuwbare energiebronnen.
Bron: AfvalOnline klik hier (in het Nederlands)
Wil je meer weten over onze Circular Plastics Alliance?
Als je vragen hebt, een opmerking wilt plaatsen of meer wilt weten, neem dan contact met ons op.